Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking
Gezamenlijke duurzame energie-opwekking. Brief Minister Kamp aan Tweede Kamer.
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA ’s-GRAVENHAGE
Datum 30 juni 2014
Betreft
Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit, houdende het bij wege van experiment
afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame
elektriciteit (Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking).
Voor de inhoud en achtergronden van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de
ontwerp-nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven
voorhangprocedure (artikel 7a, vijfde lid, van de Elektriciteitswet 1998), en biedt
uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het
aan de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden
vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter
verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet
eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der
Staten-Generaal is overgelegd.
De grondslag van dit besluit is artikel 7a van de Elektriciteitswet 1998, vastgesteld
bij amendement Van der Werf en Leegte (Kamerstukken II 2009/10, 32814, nr.
20, I en II) dat beoogt burgers en bedrijven ruimte te bieden voor experimenten
in afwijking van bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 gestelde regels.
Het doel van de experimenten is te toetsen of het nodig is dat deze regels
onverkort gelden voor lokale opwekking van duurzame energie.
Het besluit verleent de Minister van Economische Zaken bevoegdheid tot het
verlenen van ontheffingen voor de uitvoering van experimenten.
Aanvragen kunnen worden ingediend door coöperaties en verenigingen van
eigenaars, die voorzien in:
a. het voor maximaal 10.000 afnemers:
1°. optimaliseren van vraag en aanbod van elektriciteit bij levering van decentraal
opgewekte duurzame elektriciteit of
2°. het aanleggen of onderhouden van een deel van een net, verbinding of
hulpmiddel en het leveren van decentraal opgewekte duurzame elektriciteit;
b. het aanleggen of onderhouden van een projectnet en het leveren van
decentraal opgewekte duurzame elektriciteit.
Directie Wetgeving en
Juridische Zaken
Bezoekadres
Bezuidenhoutseweg 73
2594 AC Den Haag
Postadres
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Factuuradres
Postbus 16180
2500 BD Den Haag
Overheidsidentificatienr
00000001003214369000
T 070 379 8911 (algemeen)
www.rijksoverheid.nl/ez
Ons kenmerk
WJZ / 14101828
Bijlage
1
Pagina 1 van 2
Directie Wetgeving en
Juridische Zaken
Ons kenmerk
WJZ / 14101828
In de komende vier jaar zal worden bezien in welke mate dit besluit daadwerkelijk
leidt tot:
a. meer toepassing van duurzame energie of warmtekrachtkoppeling op lokaal
niveau,
b. efficiënter gebruik van de beschikbare energie-infrastructuur of
c. meer betrokkenheid van energiegebruikers bij hun energievoorziening.
Aan het einde van deze vier jaar zal de minister de resultaten van de
experimenten beoordelen op deze effecten. Bij de beoordeling worden voorts de
door de wet te beschermen belangen en de in de wet tot uitdrukking gebrachte
verantwoordelijkheden betrokken, zoals betrouwbaarheid, betaalbaarheid en
veiligheid van de elektriciteitsvoorziening en de bescherming van consumenten.
De beoordeling van de doeltreffendheid en de effecten van de experimenten wordt
met een standpunt over de voorzetting, anders dan als experiment, aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal voorgelegd (artikel 7a, vierde lid, van de
wet). Daarbij wordt bezien in hoeverre de wet een structurele wijziging behoeft.
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2015.
Pagina 2 van 2
(w.g.) H.G.J. Kamp
Minister van Economische Zaken
Om een reactie te kunnen plaatsen heeft u een profiel nodig.
Inloggen