Naar beneden met dat energieverbruik van de lift
Heb je er als VvE ooit bij stilgestaan hoeveel energie je lift verbruikt? En heb je zich ooit afgevraagd of dat misschien slimmer (= goedkoper) kan? Grote kans dat het antwoord ‘ja’ is. Twee deskundigen vertellen hoe dat kan.
Even voorstellen:
Koos van Lindenberg – Communicatie Manager bij Het Liftinstituut
Het Liftinstituut is als keuringsinstantie gespecialiseerd in liften, roltrappen en gevelonderhoudsinstallaties. Jaarlijks keuren de inspecteurs duizenden installaties voor gebouweigenaren en Verenigingen van Eigenaars. Ook zorgt het Liftinstituut er via certificering voor dat tientallen fabrikanten wereldwijd een nieuw of aangepast product of onderdeel veilig in de markt kunnen zetten.
Bart Kemp – Technisch Commercieel Adviseur Service & Renovatie bij Mitsubishi Elevator Europe
Met meer dan 65 jaar ervaring is Mitsubishi Elevator Europe in de Benelux een autoriteit op het gebied van hoogwaardige en betrouwbare lift- en roltrapinstallaties, liftonderhoud en liftrenovaties. Het hoofdkantoor in Veenendaal beschikt over een eigen testtoren, die ook wordt gebruikt als trainingslocatie van de monteursopleiding.
Eén druk op de knop en je zoeft naar de verdieping waar je moet zijn. Schijnbaar moeiteloos brengt de lift je wanneer je maar wilt naar boven of naar beneden. We staan er maar zelden bij stil dat zo’n ritje met de lift energie kost, laat staan dat er op deze energie nog aardig wat valt te besparen.
Twee soorten liften
In de hoofdlijnen zijn er twee soorten liften te onderscheiden. Op welke manier men energie kan besparen op bestaande liften hangt onder andere af van de soort lift. Dit zit hem met name in de aandrijving. Koos van Lindenberg legt uit: “Je hebt liften die door middel van oliedruk omhoog worden gedrukt. Dit zijn hydraulische liften. Onder de liftkooi zit een hydraulische cilinder, deze duwt de lift als het ware omhoog. Als de lift weer naar beneden gaat, loopt de olie weg in de daarvoor bestemde tank. De andere liftsoort is de zogenaamde tractielift. Hierbij hangt de liftkooi aan kabels, deze gaan omhoog naar een motor. Op die motor zit een soort wiel waar de kabels overheen gaan. Aan de ene kant van de kabels hangt de kooi en aan de andere kant van de kabels hangt een contragewicht. Het contragewicht is net zo zwaar als een voor 50% belaste liftkooi, waardoor er minder energie nodig is om de lift aan te drijven.
Het energieverbruik
Voor VvE’s zijn twee zaken belangrijk: hoeveel energie neem ik af bij het energiebedrijf en hoeveel energie heb ik nodig om de lift te laten vertrekken. De zogenaamde piekbelasting.
Van Lindenberg: “Je kunt je wellicht voorstellen dat er heel veel energie moet worden geleverd om bij hydraulische liften de liftkooi omhoog te pompen, terwijl de energie die vrijkomt als de lift omlaag komt, volledig verloren gaat. Deze liften zijn dan ook relatief inefficiënt als het gaat om energieverbruik. Bij een tractielift heb je wel vermogen nodig voor de motor, maar die is denk ik wel de helft minder dan het vermogen dat nodig is om hydraulische lift op gang te helpen.”
Bart Kemp: “VvE’s betalen niet alleen het energieverbruik van de lift, maar ook de aansluitkosten naar rato van de afgezekerde waarde. Voor liften ligt deze stukken hoger dan voor het gebruik van huishoudelijk apparatuur. Zo zijn er installaties die zijn aangesloten op 3 x 25 ampère, daar betaal je dan zo’n 250 euro vastrecht op jaarbasis voor. Maar er zijn ook installaties vanaf 80 ampère en dan zit je al snel op 1.800 euro vastrecht op jaarbasis. Dit heeft alles te maken met de piekbelasting, welke bij een hydraulische lift dus hoger ligt dan bij een tractielift. Vraagt een lift veel vermogen, dan zijn zware zekeringen noodzakelijk. Hoe geleidelijke de lift in beweging wordt gebracht, hoe lager het energieverbruik is.”
Lindenberg: “Het energiebedrijf moet de centrale afstemmen op het piekgebruik van de liften, dat kost geld. Als VvE betaal je dus ook voor dat piekgebruik en dat is vertaald in het vastrecht. Wordt de piekbelasting lager, dan zal het vastrecht ook lager worden, omdat je minder ampères nodig hebt.”
Bespaarmogelijkheden bij bestaande liften
Hoeveel je kunt besparen hangt onder andere af van de leeftijd van de lift. Bij een liftinstallatie van pakweg 40 jaar oud kun je als VvE veel grotere stappen maken dan bij een lift van 5 jaar oud. Bij een oude lift kan men diverse maatregelen een besparing bereiken van tussen de 30% tot 50%.
1. Op de aandrijving
Een ander aandrijfsysteem zorgt ervoor dat de lift niet vol gas vertrekt, waardoor de piekbelasting omlaag gaat. Er zijn diverse systemen op de markt die dit kunnen regelen. Vaak maakt men dan gebruik van een zogenaamde frequentiegeregelde aandrijving. Hierdoor bespaart de VvE al direct op het vastrecht. Kanttekening hierbij is wel dat dit bij hydraulische liften moeilijker is dan bij tractieliften en dat het voor beide liftsoorten wel om een flinke investering vraagt met langere terugverdientijd.
Kemp: “Wat we in de praktijk ook zien is dat bij een grote renovatie men er voor kiest om de hydraulische lift te vervangen voor een tractielift, dit levert sowieso in de vastrechtkosten al een flinke besparing op.”
2. Op de verlichting
De verlichting in de lift verbruikt veel energie. Dit komt met name doordat de verlichting ook brandt als de lift niet in gebruik is. Door te zorgen dat het licht alleen brandt als er iemand in de lift is én door alle verlichting te vervangen voor energiezuinige verlichting zoals led, kun je met relatief weinig middelen al een aardige besparing realiseren.
Van Lindenberg: “Als je het alleen in de verlichting zoekt, kun je met een beperkte investering al flink kunt besparen. De terugverdientijd is ongeveer 7 jaar.”
3. Op de verwarming
In sommige liften zit apparatuur die een bepaalde minimale omgevingstemperatuur verlangt, waardoor een verwarming nodig is. Wat voor een soort verwarming is dit? Is hij goed ingeregeld? Is er een kachel in de machineruimte? Waar is deze geplaatst? Stel, er is een enorme ventilatieopening in deze ruimte, dan stookt de kachel voor de buitenlucht. Het is slim om dit aspect bij een servicebeurt aan de orde te stellen.
4. Door energie terug te leveren
Door een tractielift te voorzien van een zogenaamd regeneratiesysteem, of energie-terugvoeding, is het mogelijk om enerzijds minder energie te verbruiken en anderzijds de vrijgekomen energie hergebruiken. Stel er staat 1 persoon in de lift, het contragewicht is in dat geval zwaarder dan de cabine, dan is er dus geen stroom nodig om de lift in beweging te brengen, want het contragewicht zorgt hiervoor. Dankzij zo’n regeneratiesysteem wordt de motor omgeschakeld naar een soort van dynamostand waardoor de opgewekte energie wordt omgezet in stroom. Deze stroom kan worden teruggeleverd aan het net of worden opgeslagen voor hergebruik.
Noviteit
Kemp: “De volgende stap is om liften zelfvoorzienend te maken. We hebben hiervoor een systeem ontwikkeld en al diverse succesvolle tests in onze testtoren achter de rug. Door de energie die vrijkomt op te slaan in accu’s en deze te combineren met zonnecellen zou de lift in principe vrij van het elektriciteitsnet kunnen werken. In de loop van 2018 wordt de eerste M-Zero®, zoals het dit systeem heet, opgeleverd. Voorlopig werkt M-Zero® alleen bij nieuwe liftinstallaties, het kan niet zomaar in bestaande installaties worden ingebouwd. Al sluit ik niet uit dat dit in de toekomst wellicht tot de mogelijkheden behoort.”
Wat is een goed moment om de lift energiezuinig te maken?
Van Lindenberg: “Stel de lift is 25 jaar oud, de kabels worden slecht, de deuren piepen, kortom er moet het één en ander gebeuren. Er is een budget gereserveerd van 50.000 euro, maar voor een meerprijs van tussen de 10.000 en 20.000 euro kan de lift ook meteen energiezuinig worden gemaakt. Dan moet je wel meer investeren dan begroot, maar deze meerprijs heb je relatief snel terugverdiend. Ga je alleen investeren in het energiezuinig maken van de lift, dan wordt het vaak te kostbaar, maar als je als VvE toch al hebt besloten de lift te renoveren, dan is dat het uitgelezen moment om energiebesparende maatregelen te nemen.”
Advies voor de VvE: meten is weten!
Meten is weten! Als men als VvE aan de slag gaat met energiebesparende maatregelen, dan is het ook belangrijk dat die besparing feitelijk wordt gerealiseerd. Van Lindenberg: “Wij adviseren om voor de renovatie een nulmeting uit te laten voeren door een onafhankelijke instantie zoals Liftinstituut, waarbij het werkelijke energieverbruik tijdens stilstand en gebruik wordt gemeten. Hier komt een bepaald label uit. Vervolgens kun je afspraken maken met de leverancier. Stel je hebt nu G maar je wilt naar B en de leverancier stelt dat dit na aanpassing het geval is, dan kun je vragen of deze hiervoor wil tekenen en kan er na opleveren wederom een meting worden gedaan om te controleren of de gewenste en beloofde resultaten zijn behaald. Zo weet je zeker dat je de gewenste besparing realiseert en de kosten binnen de gestelde tijd terugverdient. De leverancier/fabrikant moet hiervoor garant willen staan en het liefst hiervoor willen tekenen.”
Hoe zit het met het energielabel op liften?
Van Lindenberg: “Kijk, als je bijvoorbeeld een koelkast koopt, dan koop je een compleet apparaat. Je steekt de stekker in het stopcontact en hij doet het, daar kan verder niets misgaan. Bij liften zit dit anders. Een lift bestaat uit verschillende onderdelen en materialen. Pas als al deze onderdelen en materialen op de juiste wijze zijn gemonteerd en de elektronica goed is ingeregeld, kun je er een label aanhangen. Als je een lift koopt, is het energielabel afhankelijk van het totaal bouwkundige pakket en de montage. Een energiecertificaat kan daarom alleen maar worden afgegeven voor een afzonderlijke lift. Stel, je koopt een lift waarvan de fabrikant zegt dat het A-label heeft. Echter bij montage is de lift te strak in de geleiding geschroefd of de lift is niet juist ingeregeld. Dan zou je een A-label moeten hebben, maar heb je toch een C-label. Je denkt dan je investering in een x aantal jaren terugverdiend te hebben, maar dat klopt dan ook niet meer. Dat is iets waar VvE’s op moeten letten, je kunt geen lift kopen voorzien van een energielabel.”
Onderhoud en energiezuinigheid
Stel, de lift is gemoderniseerd en heeft een enorme inhaalslag gemaakt op het gebied van energiezuinigheid. Door het dagelijkse gebruik gaan na verloop van tijd de deuren wat zwaarder open, de geleiding begint een beetje uit te lubberen, dan gaat ook meteen het energieverbruik omhoog. Dit soort zaken is door periodiek onderhoud te ondervangen. Onderhoud zorgt dat de lift energiezuinig blijft.
Veiligheid
Als men toch gaat renoveren, dan is behalve duurzaamheid ook veiligheid een belangrijk aandachtspunt. Moderne liften zijn veiliger dan liften van 25 jaar oud. Moderniseren is daarom beter dan renoveren. Het Liftinstituut heeft de 6 belangrijkste punten op het gebied van veiligheid op een rijtje gezet:
1. het aanbrengen van een kooiafsluiting;
2. het aanbrengen van een vanginrichting;
3. het aanbrengen een (frequentie) geregelde aandrijving voor het gelijk stoppen van de liftkooi voor de verdieping;
4. het aanbrengen van een spreek-/luisterverbinding in de liftkooi;
5. het aanbrengen van noodverlichting in de liftkooi;
6. het aanbrengen van een lichtlijst- of fotocelbeveiliging indien er automatische deuren zijn zonder optische detectie om beknelling tussen sluitende liftdeuren te voorkomen.
Om een reactie te kunnen plaatsen heeft u een profiel nodig.
Inloggen