Eten vers van het dak
Zelf groente en fruit telen. Groener kan bijna niet. Maar kan het ook als je in een appartementencomplex woont? Dát vroegen we Tessa Duste en Rob Luyk. Zij weten alles over (moes)tuinieren op het appartementencomplex en namen ons mee het dak op.
Even voorstellen:
Tessa Duste is industrieel ontwerper en werkzaam bij Rooflife. Het team van Rooflife bestaat uit vijf mensen. Samen kunnen ze alles voor een groe dak leveren, van schets, via uitvoering tot het onderhoud.
Rob Luyk is bedrijfsleider bij Binder Groenprojecten. Al meer dan 80 jaar, realiseert Binder met oog voor detail en grondig vakmanschap een praktische invulling voor levend groen in elke omgeving.
Kun je op het dak van een appartementencomplex groente en fruit verbouwen?
Luyk: ”Jazeker, er zijn absoluut mogelijkheden om groente en fruit op een appartementencomplex te verbouwen. Welke? Dat hangt af van de bouwkundige constructie. Daarom is het absoluut noodzakelijk om eerst een constructeur te laten komen die het dak en de constructie volgens de geldende richtlijnen onderzoekt. Technisch is alles mogelijk, maar daar hangt wel een prijskaartje aan. Je moet rekening houden met flink wat gewicht als je op het dak gaat verbouwen, dit heeft vooral te maken met de opbouw van de lagen. Simpel gezegd: iedere centimeter die je op het dak aanbrengt, weegt minimaal 10 kilo per vierkante meter. Dus ga je een tuin maken met een laag grond van 15 of 20 centimeter, dan praat je al snel over een volverzadigd gewicht op het dak van 200 tot wel 400 kilo per vierkante meter en dat loopt snel op. Nu zijn er wel slimme inrichtingen te bedenken waarbij je gebruikmaakt van de bouwkundige constructie. Meer op de pilaren, of de kolommen zwaarder belasten en de zwakke delen wat minder, maar dat vergt wel een goed vooronderzoek en een plan van aanpak. Een ander belangrijk aspect is de veiligheid. Mensen moeten veilig op het dak kunnen lopen en werken, dus ook daar moet men goed naar kijken en waar nodig maatregelen nemen.”
Duste: “Tijdens een inspectie wordt ook de dakbedekking bekeken. Is deze nog in goede staat, of moet de dakbedekking eerst worden vervangen? Belangrijk is dat er een wortelwerende laag op het dak wordt aangebracht, zodat er geen wortels door het dak kunnen groeien waardoor lekkages kunnen ontstaan. Daarna worden de lagen aangebracht: eerst een drainagelaag, die vaak wordt gecombineerd met een beschermlaag voor de dakbedekking. Vervolgens een filterlaag en ten slotte de substraatlaag, waarin de planten worden gepoot.”
Wat is het verschil tussen substraat en gewone tuinaarde?
Duste: “Substraten bevatten veel meer voedingsstoffen. Dat is ook wel nodig. Op daken droogt alles veel sneller uit door de wind en de zon. Je zit vrij hoog, dus er zijn weinig schaduwplekken. Nu kunnen gewassen prima tegen de volle zon, kijk maar naar de akkers bij boeren. Het verschil is echter dat op akkers de gewassen in de volle grond staan, waar voldoende voedingsstoffen zijn. Op een dakterras staan ze in een dunne substraatlaag, daar moeten dus wel extra voedingsstoffen in zitten, wil het gewas zich staande houden.
Een substraattype met voldoende voeding, zonder dat dit extra gewicht met zich meebrengt, is dan pure noodzaak. Ook belangrijk om rekening mee te houden in de constructie is het verzadigde gewicht van substraat, dat is het gewicht van het substraat wanneer er water in zit.”
Luyk: “Gewone tuingrond op het dak werkt niet, sterker nog, gewone tuingrond kan zorgen voor het dichtslibben van de grond en wateroverlast geven.”
Jullie praten over typen substraat. Hoe kies je de juiste soort en hoeveelheid?
Luyk: “De beplanting bepaalt het substraattype. Als je kijkt naar een eenvoudig sedumdak dan heb je te maken met een substraat dat heel goed vocht doorlatend is en weinig organische stoffen en relatief weinig voeding bevat. Voor een moestuin moet je denken aan substraten waarin het organische stofgehalte hoger is, waardoor die gewassen kunnen groeien, bloeien en vruchten dragen.”
Duste: “Voor daktuinen heb je best veel substraat nodig, vaak een laag van 20 cm of meer. De hoeveelheid hangt af van wat je wilt planten. Kruiden bijvoorbeeld hebben voldoende aan een substraatlaat van 20 cm.”
Welke gewassen doen het goed op het dak?
Duste: “Dat is voor elk dak weer anders. De ligging van het dak, de invloed van de wind, het zijn allemaal factoren die meespelen. Het is per dak uitvogelen wat werkt op die specifieke locatie. Soms levert dat verrassende resultaten op. In Rotterdam heb je de DakAkker, dit is het eerste oogstbare dak in de Randstad. Zij hebben veel geëxperimenteerd en veel ervaring met het kweken van eetbaar groen. Belangrijk is te realiseren dat er veel tijd in het uitzoeken welke gewassen wel en welke niet goed groeien op daken gaat zitten, maar dát maakt het juist leuk.”
Luyk: “Wat je in de praktijk ziet, is dat op de daken toch een apart klimaat heerst, vaak vergelijkbaar met een mediterraan klimaat. Dat heeft in dit geval niets te maken met het weer, maar omdat er geen contact is met een diepere ondergrond, zoals in een tuin op maaiveldniveau, is het microklimaat op het dak anders.
Dakmoestuin-substraat kan het relatief snel opwarmen, maar ook weer snel afkoelen. Kruiden doen het er over het algemeen goed in. Fruitbomen zijn alweer lastiger op een dak in verband met de wind en het extra gewicht. Bovendien moet je ook rekening houden met fruit dat van de bomen valt. Je moet er niet aan denken dat dit over de dakrand naar beneden valt. Ook gewassen die heel intensief wortelen, bijvoorbeeld bamboes, zijn niet geschikt omdat ze het dak kunnen beschadigen.
Afhankelijk van het substraat kun je de moestuinsituatie op maaiveldniveau goed nabootsen op het dak, mits je zorgt dat er voldoende techniek word ingebracht, denk hierbij aan bewateringssystemen.”
Kun je voor de bewatering ook gebruikmaken van regenwater?
Luyk: “Jazeker. Wat je vaak op dakconstructies ziet, is dat er een bufferlaag wordt aangebracht waarin water blijft staan. Je ziet ook wel daken waarop een constante waterlaag aanwezig is. Maar op regenwater alleen red je het niet, of je moet speciale voorzieningen en opvang van hemelwater treffen. Afhankelijk van de laagdikte substraat die kan worden toegepast, kunnen ook druppelleidingen en/of sproeiers worden aangebracht. Druppelleidingen zijn dan wel het meest efficiënt, aan de hand van een tijdklok of sensor druppelt het water wanneer nodig. Op de DakAkker werken we nu aan een slim, waterregulerend dak.”
Duste: “Handmatig bewateren is een heel intensieve klus, handiger is een automatisch bewateringssysteem. Het fijne van een dak is dat je hierbij inderdaad gebruik kunt maken van regenwater. Tegelijk is een goede afvoer van het water ook belangrijk. De gewassen worden niet blij van te veel water, daarom is een goede drainagelaag ook belangrijk in de opbouw van de lagen.”
Hoe zit het met het onderhoud?
Duste: “Het onderhoud van een moestuin is intensief, zowel op maaiveldniveau als op het dak. Met kruiden is het nog relatief eenvoudig, maar groente en fruit verbouwen is tijdsintensief. Het vraagt minstens twee seizoenen om te ervaren welke gewassen het goed doen en wat daarbij komt kijken. Voor VvE’s is het belangrijk om goed af te stemmen wie wat gaat doen.”
Luyk: “Wat belangrijk is, is om je van te voren goed te realiseren hoe je het onderhoud wilt regelen. Hoeveel tijd wil je er in stoppen? Ga je als VvE alles zelf doen of schakel je de hulp van een professional in? Bedenk ook dat als je op het dak iets gaat doen met beplanting dit leven brengt op het dak, en daar kan soms wat meer leven bij zitten dan je van te voren bedacht had. Spinnetjes, een muis, duiven… Op de DakAkker in Rotterdam waren de stadsduiven erg blij met de jonge koolplantjes en ook muizen wisten hun weg naar het dak te vinden. Dit hoeft geen probleem te zijn, maar realiseer je dat je te maken hebt met een levende omgeving.”
En wat als mijn dak niet voldoet om op te (moes)tuinieren?
Luyk: “Rondom het appartementencomplex zijn ook volop mogelijkheden. Zo kunnen laagblijvende fruitbomen een optie zijn. Belangrijk is wel dat deze regelmatig goed worden gesnoeid. Welk gewas verder in aanmerking komt hangt af van het gewas zelf, maar ook hoeveel ruimte het nodig heeft en hoe wind- en vorstgevoelig het is.”
Wat is nog belangrijk voor de VvE’s om te weten?
”Heel veel gemeenten kennen subsidies voor groene daken. Deze zijn vaak gebaseerd op het bufferen van water, maar er wordt ook gekeken naar de functionaliteit op het dak. Het is de moeite van het onderzoeken waard of een moestuin op het dak ook in aanmerking komt voor subsidie, dat scheelt toch weer in de investeringskosten.
Het aanleggen van een daktuin is een intensieve en ook wel kostbare aangelegenheid. Tegelijkertijd is een daktuin vaak multifunctioneel en heel waardevol. Mocht de dakbedekking aan vervanging toe zijn, dan is het handig om alles in één keer te doen en zowel de dakbedekking te vervangen als de tuin aan te leggen. Overigens hebben daken waarbij daktuinen gecombineerd worden met zonnepanelen een hoger rendement omdat de temperatuur op het dak lager is door de beplanting. Er zijn dus mogelijkheden en toepassingen genoeg, maar alles valt en staat met een goede voorbereiding.”
Bijen op het dak
Bijen zijn belangrijk voor het ecosysteem, ze zorgen net als vlinders, wespen en mieren voor de bestuiving van bomen en planten. Daken kunnen prima plekken zijn om bijenkasten te plaatsen. Om bijen op het dak te houden is een aantal zaken belangrijk:
- Temperatuur: Zwarte daken kunnen erg heet worden, de bijenkasten moeten dus goed kunnen ventileren.
- Water: Zorg dat er voldoende water voor de bijen aanwezig is.
- Wind: Bescherm de ingang van de bijenkasten tegen te harde wind, bijvoorbeeld door het plaatsen van een windscherm.
Bron
Moestuinieren op het balkon
Ook op een balkon kunnen groente en fruit worden gekweekt. Er zijn allerlei soorten die het op een balkon vaak prima doen.
Fruit: aardbeien, frambozen, rabarber en bessoorten. Heb je een ruim balkon, dan zijn zelfs mini appel- of perenbomen een optie. Wel even opletten dat er geen appels of peren over het balkon naar beneden kunnen vallen of waaien.
Groente: tomaat, wortel, sla, radijs en zelfs aardappel.
Plant de aardappelen in een zogenaamde growbag. Begin met een klein laagje aarde en vul dit telkens aan zodra de plant gaat groeien. Met twee van deze zakken kun je zo’n tien kilo verse aardappelen van je balkon oogsten.
Bron
Om een reactie te kunnen plaatsen heeft u een profiel nodig.
Inloggen